Een afwisselend dagje

15 juli 2022 - Vlissingen, Nederland

Door drukte was het er nog niet van gekomen om mijn verhaal af te schrijven, maar beloofd is beloofd, hier is het vervolg. 

16 juni 2022

Quebec, Montreal

Ook vanochtend is het weer genieten aan de ontbijttafel in de B&B. De gastheer zelf is nergens te bekennen als ik samen met twee mannen - ik vermoed een stel - op het afgesproken ontbijtmoment de keuken binnenkom. Eén van de mannen neemt het initiatief en schenkt zijn compagnon en mij alvast koffie in. Alles staat klaar, dus aarzelend beginnen we maar alvast. Tien minuten later zien we de baas met zijn hondje verschijnen. Dat moest blijkbaar worden uitgelaten. De toast met ei en het schaaltje verse vruchten zijn heerlijk, maar dat is niet zo relevant. Veel interessanter is het stel dat tegenover me zit. De ene man is een open, expressieve, flamboyante Fransman. Hij is zeer aanwezig en praat over van alles en nog wat. De andere is een rustige en ingetogen Amerikaan, denkt na over wat hij zegt en kijkt me intens aan. Ik heb het altijd leuk gevonden om het gedrag van mensen te observeren en dat kan ik nu naar hartenlust doen, want de interactie tussen de gastheer en de twee mannen is boeiend. De heren zijn gisteravond in een duur restaurant wezen dineren en geven blijk van hun tevredenheid. Verder gaat het gesprek nu ook weer over het leven in Quebec, de kloof tussen de bevolkingsgroepen en het belang van de Franse taal in deze provincie. De Fransman maakt met zijn felle blik, stemverheffing en armbewegingen duidelijk hoe hij erover denkt. Daarbij praat hij zo snel dat ik niet eens de helft kan verstaan. Eigenlijk had ik wel een dagje met deze mannen op willen trekken, maar ik moet al om half één de bus naar Montreal hebben.

Onderweg naar het busstation, zo’n halfuur lopen met rugzak op, zie ik weer van alles. Het is warm vandaag, benauwd zelfs. Op straat ziet alles er vertraagd uit. Mensen hangen wat rond, niemand lijkt haast te hebben. Op een plein met trappen, doet een man verwoede pogingen om zijn twee honden, die plat op straat liggen, van de grond te trekken, maar tevergeefs. De honden hebben gelijk, vandaag is het geen hondenweer! Niemand heeft echt aandacht voor dit tafereel, waarschijnlijk omdat de man een zwerver is. En hoewel het er grappig uitziet, benijd ik de broodmagere honden niet.

Station Quebec met aan de achterzijde het busstation

Wat ben ik blij dat ik mijn kaartje voor de reis naar Montreal gisteren al heb gekocht. De bus zit namelijk stampvol. Bij de tweede opstapplaats in Quebec blijken er zelfs meer passagiers dan plaatsen te zijn. De laatste mensen die instappen, zoeken geïrriteerd een stoel die ze niet kunnen vinden. Om de situatie op te lossen wordt er gevraagd of er vrijwilligers zonder ruimbagage zijn die over willen stappen op een andere bus. De buschauffeur spreekt helaas alleen maar Quebecois waardoor toeristen die er niets van begrijpen, plotseling heel onrustig worden en zich afvragen of ze wel kunnen blijven zitten in de bus. Ik besef dat het op zulke momenten fijn is dat je de taal van de provincie voldoende verstaat. Ik zit goed en blijf zitten waar ik zit.

Ieder voordeel heeft zijn nadeel want even later hoor ik mijn buurvrouw, die blijkbaar gewoon doorwerkt in de bus, uitvoerig in het Frans en het Engels telefonisch de problemen op de werkvloer bespreken. Uit de gesprekken leid ik af dat ze hier vandaan komt en ik krijg de indruk dat ze vaker tussen de twee grote steden pendelt. Daarom besluit ik haar als kenner van de streek tussen de telefoongesprekken door, een simpele, naar mijn idee voor de hand liggende vraag te stellen. ‘Weet u misschien of de bus langs de noordkant of de zuidkant van de rivier naar Montreal rijdt?’ Even is het stil. Dan krijg ik het verrassende antwoord: ‘Dat is een goede vraag, uh, eens even kijken, uh, ik weet het eigenlijk niet, maar uh, ik denk langs de noordkant.’ Ze zit duidelijk met deze vraag in haar maag en ik heb het idee dat ze zich ervoor schaamt dat ze mij het antwoord schuldig moet blijven. En eerlijk gezegd vind ik het best vreemd dat iemand die hier vandaan komt, niet weet welk traject een bus aflegt. Misschien ben ik een uitzondering, maar als reiziger wil ik altijd graag weten welke route mijn bus of trein rijdt, gewoon om me een beetje te kunnen oriënteren. Ik hoop dat mijn buurvrouw goed kan gokken, want het zou voor de afwisseling wel leuk zijn om een andere route te rijden dan de trein. Mijn brein is nog bezig dit opmerkelijke antwoord te verwerken, als de bus de brug oprijdt en het water oversteekt waardoor we helaas toch weer aan de zuidkant van de rivier terechtkomen. Mijn buurvrouw heeft niets in de gaten, want die wordt weer volledig in beslag genomen door haar telefoon.

Onderweg in de bus zie ik aan de andere kant van de weg weer veel prachtige Amerikaanse vrachtwagens rijden die me doen denken aan de beroemde colareclame, je weet wel. Ook staan er billboards met opvallende teksten langs de kant van de weg. Wellicht zijn die daar geplaatst in verband met de provinciale verkiezingen, komend najaar. Zo lees ik op een bord de Franse tekst ‘het is een recht om op het werk Frans te spreken’. Dit zegt veel over de strijd om het behoud van de Franse taal in dit deel van Canada.

Hoe dichter we Montreal naderen hoe meer de lucht betrekt. Het lijkt wel of de film van de reis naar Saguenay zich herhaalt, maar nu zit er ook onweer bij. Als we even later in Montreal rijden zie ik de gebouwen mooi afsteken tegen de donkergrijze lucht. De opstekende wind kondigt de bui al aan. Plotseling klinkt er een doordringende, zoemende piep in de bus. Iedereen die aangesloten is bij het alert-systeem krijgt een melding. Zelfs op mijn mobiel verschijnt een waarschuwing in het Engels voor zware weersomstandigheden. Er is onweer op komst en mij wordt dringend verzocht een veilig heenkomen te zoeken. Een beetje overdreven, denk ik en ik moet er inwendig om lachen, maar ik vergeet op dat moment wat er zo’n vier weken geleden in de provincie is gebeurd. Door zeer felle onweersbuien met veel wind en regen kwamen toen meer dan een half miljoen huishoudens zonder stroom te zitten.

Het wordt nog even spannend of de bus zijn bestemming zal halen voordat de bui losbarst, maar dat is gelukkig het geval. Ik stap gauw met mijn bagage het busstation binnen om te schuilen en dat is maar goed ook want zo’n bui heb ik nog niet vaak in mijn leven meegemaakt. Vanuit het gebouw zie ik het water als een rivier door de straat stromen. Donderslagen en lichtflitsen wisselen elkaar haast zonder pauzes af. Met zo’n vijftig andere reizigers kan ik niets anders doen dan het verloop van de bui in deze schuilplaats afwachten. Pas als het buiten weer wat lichter wordt en het alleen nog wat spettert, durf ik de sprong te wagen en ren ik met mijn kapotgewaaide paraplu naar het dichtstbijzijnde metrostation. Het is de bedoeling dat ik daar de metro neem naar het Mexicaanse restaurant Tacos Victor. Daar heb ik afgesproken met Nicola en Marie-Ève en dat moet ik even uitleggen.

Nicola en Marie-Ève zijn lid van de Nederlandse stichting Vrienden op de Fiets en stellen een kamer in hun huis beschikbaar voor fietsers en wandelaars. In maart waren ze, heel verstandig, nog een beetje voorzichtig geweest in verband met de Covid pandemie en zeiden ze ‘nee’ toen ik had gevraagd of ik de tweede of derde nacht van mijn verblijf bij hen mocht logeren. Toen ik in Saguenay probeerde de laatste overnachting in Montreal te boeken, merkte ik dat het zeer lastig was om nog een kamer te vinden, tenzij ik er zo’n CAD 300,00 voor over had. De grand prix koorts was toen al flink opgelaaid en die zorgde ervoor dat Montreal vanaf de donderdag vóór het grand prix weekend al zo´n beetje volgeboekt was. (Dankjewel Max). Nicola had me in maart ondanks de afwijzing veel nuttige informatie voor mijn reis verstrekt en we hadden een leuke mailwisseling gehad. Ik besloot het erop te wagen en Nicola te vragen of ik toch misschien aan het einde van mijn verblijf bij hen mocht overnachten. Ik sprong dan ook een gat in de lucht toen ik las dat het antwoord ‘oui’ was, niet eens omdat ik voor deze logeerpartij maar een fractie van een hotelovernachting kwijt zou zijn, nee ik wilde dolgraag iets van het dagelijkse leven van lokale mensen meemaken. En ik was eigenlijk de hele vakantie al zeer benieuwd geweest naar dit stel en stiekem had ik gehoopt dat ik ze bij toeval op straat tegen zou komen. Ik kan nu dus niet wachten om ze te ontmoeten!

Alsof we het zo afgesproken hebben, loop ik recht op Nicola en Marie-Ève af en ontmoeten we elkaar vlak voor het restaurant. Het grappige is dat ik vaak van tevoren een hele andere voorstelling van mensen heb dan hoe ze daadwerkelijk zijn. Van Nicola had ik al een foto gezien op een interessant blog van hem over een fietstocht, maar Marie-Ève had ik nog nooit gezien. Ik ben dan ook blij verrast als ik merk dat het twee hele leuke, makkelijke mensen zijn waarbij ik me al snel op mijn gemak voel. Ook de moeder van Marie-Ève is aanwezig. Ze is vanuit het plaatsje waar ze werkt naar Montreal gekomen om te herstellen van een rugblessure. Dat plaatsje ligt zo’n 1500 kilometer ten noorden van Montreal in Nunavik en wordt hoofdzakelijk bewoond door de Inuit. Ze werkt hier als maatschappelijk werkster om de bewoners die kampen met alcoholverslaving, huiselijk geweld en andere problematiek, te helpen hun problemen op te lossen. Je kunt daar alleen per vliegtuig komen, er is geen verbinding over land naar het zuiden. Het is niet zo dat de mensen daar nu nog steeds heel primitief leven, want er wordt door de regering al jaren veel geld in allerlei voorzieningen gepompt. Aangezien er maar zo'n 400 mensen in het plaatsje wonen, is de functie van maatschappelijk werkster daar een ruim begrip. Zo doet ze ook weleens dienst als politieambtenaar of helpt ze bij de zorgverlening. Haar verhalen spreken bij mij enorm tot de verbeelding, zeker omdat ik altijd geïnteresseerd ben geweest in inheemse volkeren en hoe zij zich verhouden met de andere inwoners van een land. Ze zou over haar avonturen gemakkelijk een dikke pil kunnen schrijven. 

Het is gezellig aan tafel. Wel is het wat onrustig en rumoerig in het restaurant. De ramen staan wagenwijd open of er zit misschien wel helemaal geen glas in waardoor Marie-Ève en haar moeder, die bij het raam zitten, het niet helemaal droog houden als de volgende regenbui overkomt. De menukaart wijkt nog al af van wat ik in Quebec gewend ben. De prijzen van de gerechten zijn aanzienlijk lager en dat maakt me onzeker. Ik weet namelijk niet precies wat de bedoeling is. Ik heb beloofd te trakteren en ik wil niet te krenterig overkomen, maar aan de andere kant wil ik ook niet teveel bestellen en als een gulzigaard onder het toeziend oog van mijn wachtende tafelgenoten een halfuur langer dan de rest over mijn eten doen. Door de harde muziek en het regengeweld buiten is het lastig om elkaar te verstaan en dat schept verwarring bij het maken van de juiste keuze. Ook wil ik graag een rood wijntje bij het eten, maar de Spaanssprekende ober verstaat mij niet en in het Engels komt de bestelling ook niet door, dus houd ik het maar bij water. Dat is er vanavond genoeg.

Wat ik bijzonder vind, is dat Nicola enorm geïnteresseerd is in Nederland en bovendien ook een aardig woordje Nederlands spreekt. Dat maak je niet vaak mee bij Amerikanen die geen Nederlandse roots hebben. Voor zijn plezier is hij ooit begonnen aan een cursus Duits en als aanvulling leek het hem wel leuk om ook wat Nederlands te leren. Vanwaar die belangstelling voor Duitsland en Nederland?, wil ik graag weten. Hij vertelt me dat hij een grote liefhebber van het fietsen is en dat hij jaloers is op ons fietspadennetwerk. Hij spreekt zijn bewondering uit voor onze infrastructuur en die van onze oosterburen.

We besluiten maar één portie taco’s te bestellen en de maaltijd voort te zetten bij hen thuis. Nicola heeft namelijk nog een zelfgemaakte verrassing als nagerecht in petto.  

Het huis is knus ingericht, maar de indeling verrast me nogal. Ook deze woning heeft een hal, een woonkamer en een open keuken op de begane grond en de badkamer met wc op dezelfde verdieping verrast me evenmin. Dat zie je in appartementen en maisonnettes wel vaker. Wat ik wel opvallend vind, zijn de slaapkamers die zich onder de grond bevinden, eigenlijk in de kelder. Nicola had me van tevoren al gewaarschuwd dat mijn slaapkamer geen ramen had en dat vond ik eigenlijk niet zo’n prettig idee. Daarom mag ik vannacht in hun woonkamer op de sofa slapen.

Nicola heeft voor de gelegenheid een soort Palestijns brood gemaakt met iets dat volgens mij lijkt op hummus (Sorry Nicola, ik ben vergeten aan je te vragen wat het precies was!). Het smaakt goed en zeker met een glas heerlijke rode wijn erbij, waardoor ik ook weer gelijk een stuk vloeiender Frans spreek. Nicola blijkt zelf Palestijnse roots te hebben, vandaar dat hij dit gerecht zo perfect heeft gemaakt. Na het nagerecht laat hij me op de kaart allerlei interessante plaatsen en routes in Quebec zien. Plotseling valt me op dat de rivier veel meer een Zuid-Noord koers aanhoudt dan de West-Oost koers die ik in gedachten had. Zou mijn buurvrouw in de bus me beter hebben begrepen als ik had gevraagd of de bus onderlangs of bovenlangs de rivier zou rijden?  

We besluiten op tijd naar bed te gaan omdat Marie-Ève de volgende ochtend weer vroeg aan de slag moet als webpaginadesigner (als ik het goed begrepen heb) van één van de belangrijkste radiostations. Van de bank wordt in een handomdraai een bed gemaakt dat eigenlijk best comfortabel ligt.

Midden in de nacht word ik plotseling wakker van het geluid van een lopende kraan. Omdat ik toch naar de wc moet, besluit ik een kijkje in de badkamer te nemen. Wat ik dan zie, gelooft geen hond. Ik ben werkelijk stomverbaasd en helaas te duf om te beseffen dat dit het kiekje van het jaar had kunnen zijn. Menig kattenbaasje zou hier jaloers op zijn. De huiskat zit namelijk keurig netjes alsof het de normaalste zaak van de wereld is op het toilet uitgebreid zijn plasje te doen en ondertussen hevig naar me te blazen. Hij kijkt me aan met een blik van ‘hoe durf je mijn wc-bezoek te verstoren, waag het niet om in mijn buurt te komen!’ Ik moet mijn lachen inhouden om de andere huisgenoten niet wakker te maken, maar dit zal ik niet gauw vergeten. Er zit niets anders op dan te wachten tot de kat zijn wc-bezoekje heeft afgerond en ik aan de beurt ben. Het is wel duidelijk wie hier de baas is!    

Nicola en Marie-Ève

Foto’s

5 Reacties

  1. Epjan kwast:
    17 juli 2022
    Lydia, wat heb jij weer veel beleefd en ook toch goed contact gehad met verschillende mensen. Geweldig en wat zie je veel . Ool fijn dat je bij die fietsvriendinnen kon slapen.
    Geniet van deze avonturen na!!!
    Geweldig wat je gedaan hebt.
    hartelijke groet epjan en bedankt voor het meereizen.
  2. Nancy Soolsma:
    17 juli 2022
    Bedankt Lydia dat ik weer een beetje met je kon meereizen door al je verhalen. Je kan echt trots op jezelf zijn, goed gedaan👍🍀
  3. Corrie Koster:
    19 juli 2022
    Veel dank Lydia voor de mooie en leerzame verhalen daardoor kennen we de streek ook een beetje.
    Werk ze en op naar nieuwe avonturen 👍👀
  4. Nicola:
    29 juli 2022
    Bonjour Lydia!
    Erg leuk om dit blogbericht te lezen. Het was een echt plezier, je te herbergen, en je te leren kennen! Het brood dat ik gemaakt heb heet manakish. Het hoofdingrediënt is zaatar, een kruidenmelange uit het Midden-Oosten met tijm, sesamzaad en zout.
    Zaatar wordt ook gegeten met brood en olijfolie... dus makte ik er veel in mijn jeugd in een Palestijns (en niet Libanees – oeps!) familie. Heel lekker!
    En omdat ik ook Québécois ben, bestrooi ik soms en beetje zaatar in mijn poutine! :)
    https://en.wikipedia.org/wiki/Manakish
  5. Lydia Wisse:
    29 juli 2022
    Bonjour Nicola,
    Dankjewel voor je aardige reactie. Goed ook dat je me corrigeert. Soms had ik moeite om het Engelse dialect en het Quebecois te verstaan, maar Libanees en Palestijns liggen wel erg ver uit elkaar. Dat is echt een blunder! Ik ga het corrigeren.