De vlucht

31 mei 2022 - Montreal, Canada

31 mei 2022

‘By the way, my name is Sam. So, now you have a friend in Canada’, zegt hij, en zo voelt het ook een beetje.

Vandaag begint het avontuur pas echt. Mijn gastvrouw heeft het ontbijt ‘to go’ in de koelkast gezet zodat ik het hele pakket om 5.10 uur mee kan nemen voor onderweg. Het ziet er goed uit en dat mag ook wel, want zij en haar man hebben naast de bed & breakfast ook een broodjesservice.

Aangezien ik de afgelopen weken allerlei verhalen heb gehoord en gelezen over lange wachttijden op Schiphol, besluit ik ruim vijf uur vóór vertrek van mijn vliegtuig, op Schiphol aanwezig te zijn. Daar aangekomen, zie ik inderdaad enorme rijen staan, maar toch valt de wachttijd reuze mee. Het is fijn dat de rij mensen goed doorstroomt. Hierdoor zit ik al rond 08.00 uur bij het restaurant van mijn gate een flinke bak koffie te drinken. Het heeft me dus minder dan twee uur gekost om overal doorheen te komen.

Met mijn kleine trekkersrugzak heb ik even daarvoor nog het wantrouwen van de dame aan de balie gewekt omdat er maar negen kilo ruimbagage in blijkt te zitten. ‘Wat gaat u in Canada doen, mevrouw? Twee weken vakantie? Dat zou ik niet redden met zo weinig bagage. Nou, u doet het goed, hoor!’ Als iemand zo’n opmerking maakt, dan ga je toch even na of je niets vergeten bent. En natuurlijk ben ik iets vergeten, mijn wereldstekker, maar dat had ik de vorige avond al ontdekt en ik heb er daarom nog snel een in een winkel op Schiphol gekocht met mijn creditcard om uit te proberen of dat ding het nu wel doet. De mededeling van de verkoper dat er gisteren een landelijke storing met creditcards was, klinkt me als muziek in de oren. Poeh, het lag dus niet aan mijn creditkaart! Tot nu toe was ik er namelijk nog steeds niet helemaal gerust op dat alles met de creditcard goed zou komen.

Vanaf het moment dat ik aan de bar van mijn beker koffie zit te genieten, kan ik me eindelijk lekker ontspannen. Je kent het vast wel, dat gevoel van ‘het is me gelukt, nu kan er niets meer fout gaan’. Plotseling krijg ik heel veel zin in mijn reis. De angst en twijfel zijn weg en de uitgebleven voorpret komt nu echt goed op gang. Ik geniet van alle reisgenoten die ik voorbij zie komen, wat een diversiteit aan mensen, zeg! Sommigen zijn heel relaxt, anderen haasten zich om hun vliegtuig te halen. Ook komt er regelmatig een karretje ouden van dagen langs. Ik zou hier gemakkelijk mijn dag uit kunnen zitten zonder me een moment te vervelen.  

Het vliegtuig heeft zo’n halfuur vertraging. Ik kan me er niet druk om maken. In Frankfurt heb ik een kleine twee uur om over te stappen, dus dat moet haalbaar zijn. Het is een klein vliegtuig dat helemaal vol zit. Ik heb het geluk van een goede plek aan het gangpad; genoeg ruimte om mijn benen te strekken. Wat mij betreft mag dit vliegtuigje gewoon naar Montreal doorvliegen. Geen enkel probleem! Dat zou me straks ook een hoop gedoe op de luchthaven in Frankfurt schelen, want spoedig zou het gedaan zijn met mijn grote vertrouwen in de Duitse georganiseerdheid.

Van tevoren had mijn broer Michiel me verteld dat de afstand tussen de gate van aankomst en vertrek nog weleens tegen kan vallen en daarom haast ik me om zo snel mogelijk bij gate B25 te zijn. Bij het bereiken van de douanecontrole is mij, evenals andere reizigers, volstrekt onduidelijk of ik in de goede lange rij sta. Rondvragen verschaft gelukkig duidelijkheid.  

Vóór mijn reis naar Canada had ik allerlei informatie moeten invoeren op internet om de zogenaamde ArriveCAN app (een absolute vereiste om Canada binnen te komen) te kunnen aanmaken, maar bij de douane wordt hier nauwelijks aandacht aan besteed. Wel moet het mondkapje af om te zien of ik dezelfde persoon ben als de foto in mijn paspoort.

De zo geprezen Duitse Pünktlichtkeit is vandaag op deze luchthaven echter ver te zoeken. Bij het bord van de gate waar het boarden zal plaatsvinden, staat veertig minuten vóór vertrek al een lange rij te wachten. Ik besluit ook maar alvast aan te sluiten. Achter mij staat een keurig geklede, oudere Afrikaanse man te wachten. Ik probeer in het Frans en het Engels een praatje met hem te maken, maar aan zijn korte antwoorden en zijn blik merk ik dat hij moe is en ik besluit hem verder maar met rust te laten. Na een halfuur wachten zonder dat er enige beweging in de rij is gekomen, word ik door een beveiliger naar een balie gedirigeerd omdat er een aantekening op mijn boardingkaart ontbreekt. Ik snap er helemaal niets van, maar besluit zijn aanwijzing braaf op te volgen. Bij de balie begint het controle ritueel weer helemaal opnieuw. Weer een paspoortcontrole, mondkapje af, goed naar de beambte kijken en na een krabbel op mijn kaart mag ik weer in de rij gaan staan. Het wachten in de rij begint na driekwartier een ware beproeving te worden. Er gebeurt namelijk nog steeds helemaal niets. Het positieve aan lang wachten in zo’n rij is wel dat je je verbonden voelt met de andere wachtenden en dat dit stof geeft om daar met de mensen om je heen over te praten. Zo maak ik kort een praatje met een paar moslimvrouwen voor me. Een poosje later, inmiddels staan we ruim een uur te wachten voor het boarden, kom ik in contact met een Amerikaanse van, ik schat, zo rond de pensioengerechtigde leeftijd. Het grappige aan Amerikanen is dat ze bij wijze van spreken hun hele privéleven voor je blootleggen, terwijl ze je niet eens kennen. Ze vertelt me dat ze afkomstig is uit Seattle, ze moeder is van twee vrolijke dochters van in de dertig, oma van een kleinzoon, een grappige hond heeft en allerlei andere details en ik weet nu werkelijk alles over haar. Ze laat me er verschillende foto’s van zien op haar telefoon. Dit tijdverdrijf is zeer welkom, want we staan maar te wachten zonder dat de Duitsers ons over de reden van de vertraging duidelijk informeren. Nee, de Duitsers laten zich vandaag beslist niet hun beste kant zien. En het duurt maar en het duurt maar, er lijkt werkelijk geen eind aan het wachten te komen. De oude man achter me houdt het niet langer vol en moet gaan zitten. Een vrouw voor me krijgt problemen met haar rechterknie en wordt door haar man ondersteund naar een zitje. Dan eindelijk, na meer dan anderhalf uur wachten, kunnen we het vliegtuig in. En warempel bij het passeren van de balie voor het boarden, wordt het controle ritueel nog een keer herhaald. Ik krijg de neiging om een gekke bek te trekken, maar ik houd me beleefd in.

Het gigantisch grote vliegtuig ziet er voor mijn begrip indrukwekkend uit. Ik wist niet dat er zoveel mensen in zo’n reus konden! Hij zit ook zo goed als vol. Mijn plaats bevindt zich weer aan het gangpad, ideaal! Ik zit naast een grote Iraanse man die mij even later vertelt dat hij met zijn vader een rondreis heeft gemaakt door onder andere Iran en India. Als ik vertel wat mijn reisdoel is, is hij laaiend enthousiast. Zelf woont hij in Toronto, maar hij is bekend met mijn reisbestemming, Montreal. Hij is zeer te spreken over deze stad en komt met allerlei leuke tips. Ook wil hij me bij thuiskomst een paar appjes hierover sturen. Even twijfel ik of ik zomaar mijn nummer aan een vreemde zal geven. Ach, denk ik, ik kan altijd de blokkeerfunctie op mijn telefoon gebruiken, dus laat ik het maar doen. ‘By the way, my name is Sam. So, now you have a friend in Canada’, zegt hij en zo voelt het ook een beetje.

De catering is in het vliegtuig goed verzorgd. Zo krijgen we heerlijke warme pasta en op verschillende momenten wat te drinken aangeboden. Een probleem met de catering blijkt de reden te zijn geweest dat we pas zo’n anderhalf uur later dan de aangegeven vertrektijd opgestegen zijn. Dit wordt ons vlak vóór vertrek in het vliegtuig medegedeeld.

Na een behoorlijk vermoeiende reis met veel huilende en krijsende kinderen, landt het vliegtuig toch nog redelijk op tijd in Montreal. De Iraanse Sam biedt mij vlak vóór aankomst een taxiritje naar mijn hotel aan. De verleiding is groot om op zijn uitnodiging in te gaan, maar ik besluit het toch maar niet te doen. In een vreemd land waar je niemand kent, ben je als vrouw kwetsbaar en moet je altijd een beetje voorzichtig zijn om zomaar bij een onbekende in de auto te stappen.

In Canada blijkt de paspoortcontrole zo goed als geautomatiseerd te zijn. Dat is fijn als het werkt en dat is bij mij dus niet het geval. Sam schiet me te hulp, maar ook hij slaagt er niet in om mijn document te scannen. Het resultaat is dat ik bij de rij moet aansluiten om door een douanebeambte gecontroleerd te worden en volgens mij staan daar alle andere Europeanen ook te wachten. Een norse vrouwelijke beambte begint mij exact de vragen te stellen die ik een maand geleden ook heb moeten beantwoorden om een toegangsbewijs voor Canada te krijgen. Door vermoeidheid begin ik het Frans met het Engels af te wisselen. ‘Wat wilt u nou spreken, Engels of Frans?’, vraagt de beambte me geïrriteerd. Het maakt me onzeker en nerveus en mijn antwoorden komen er niet echt overtuigend uit. Nee, ik heb geen cannabis bij me, ook geen planten en mijn reisdoel is: Canada bezoeken. Als de beambte mij vraagt wat mijn beroep is, komt dit er opeens wel zeer overtuigend in het Frans uit: medewerkster bij de rechtbank. Die vraag heb ik namelijk al vaker in mijn leven in het Frans beantwoord. Ik zie de dame even naar me kijken met zo’n blik van ‘dat geloof je zeker zelf ook’, maar gelukkig laat ze me door en sta ik even later om een uur of zeven ’s avonds op de verkeerde verdieping op mijn shuttle naar het hotel te wachten. En je raadt het al: die komt daar natuurlijk niet aan. Het is nog licht en dat is even wennen bij een tijdverschil van zes uur. Aangezien ik deze dag al vanaf 4.30 uur Nederlandse tijd op ben, begint de vermoeidheid nu toch zijn tol te eisen. Het huilen staat me nader dan het lachen en ik weet het even niet meer. Ik realiseer me dat ik nu niet zomaar naar het hotel kan bellen omdat ik dan mijn mobiele gegevens aan moet zetten wat me misschien wel een fortuin zal kosten. Wat moet ik doen? Als Sam nu plotseling zou opduiken, dan weet ik zeker dat ik hem zou smeken om toch nog mee te mogen rijden. Ik maan mezelf rustig te blijven en even na te denken en dat helpt want opeens krijg ik een helder moment. De Wifi van de luchthaven! In Amsterdam werkte dat ook dus hier zal dat vast ook wel zo zijn. Pff, dat werkt. Natuurlijk kan ik de hotelmedewerkster buiten door al het lawaai helemaal niet verstaan en moet ik de hal van de luchthaven binnen om enigszins een normaal gesprek te kunnen voeren. Zij begrijpt al snel dat ik op de verkeerde verdieping sta en stuurt me naar het tweede niveau. Wat voel ik me stom, zeg! Ach, vermoeidheid doet rare dingen met een mens. Op de tweede etage duurt het nog zo’n half uur voordat de shuttle van mijn hotel aankomt en om een uur of acht plof ik eindelijk op het bed van mijn hotel neer om bij te komen van deze vermoeiende, maar bijzondere reis. Een gevoel van trots dat me dit toch, met de hulp van anderen weliswaar, gelukt is, maakt zich meester van me. Sam probeert me met een appje nog uit te nodigen om ’s avonds wat te gaan drinken. Vriendelijk wijs ik zijn uitnodiging af met de mededeling dat ik uitgeput ben, maar dat ik me vereerd voel dat hij met een oude vrouw als ik op stap wil, want oud en versleten voel ik me nu wel een beetje.  

Binnenkort zal ik wat foto's toevoegen.

5 Reacties

  1. Lianne:
    3 juni 2022
    Tsjonge wat een avontuur zo'n reis in je uppie.
    Ik ben trots op m'n nicht. Echt dapper van je. En nu genieten maar.
  2. Addie Verhage:
    3 juni 2022
    Wat mooi om jou reis beleving te lezen. Veel plezier en succes! Groetjes
  3. Freek:
    4 juni 2022
    Na al dat wachten het vakantie gevoel weer ontdekken. Het reizen is toch wel een beetje aan het veranderen. Succes met het ontdekken van Canada en de Canadezen.
  4. Jelle:
    4 juni 2022
    Leuk om jouw avonturen zo mee te beleven! We zijn benieuwd naar het vervolg.
  5. Epjan kwast:
    7 juni 2022
    Het begin is al bijzonder: Schiphol en wat daar gebeurd . Gelukkig dat je nog een stekker hebt gekocht.
    We gaan het horen , plezier.!